Dr. Jan
Oldenburg (Universiteit van Oslo) en collega’s hebben een studie uitgevoerd van
prevalentie en risicofactoren van chronische vermoeidheid in lange-termijn
overlevers van testiscarcinoom (TCSs). De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in Annals
of Oncology.1 Deelnemers aan de studie waren 812 TCSs die tussen
1980 en 1994 behandeld waren. De deelnemers stonden bloedmonsters af en
beantwoordden vragenlijsten mediaan twaalf jaar na de diagnose (1998-2002) en
mediaan negentien jaar na de diagnose (2007-2008).
De
prevalentie van chronische vermoeidheid nam toe van 15% na mediaan twaalf jaar
tot 27% na mediaan negentien jaar (p<0,001). Na mediaan negentien jaar was
het risico van chronische vermoeidheid een factor 3 tot 4 verhoogd in patiënten
met neuropathie, en een factor 2 tot 3 verhoogd in patiënten met hoge niveaus van
Raynaud like phenomena en met testosteronniveaus in het laagste kwartiel.
Patiënten met matige of hoge fysieke activiteit hadden een lager risico van
chronische vermoeidheid. Het risico van chronische vermoeidheid was een factor
2 verhoogd in TCSs met hoge scores op de HADS-Anxiety schaal en een factor 5
verhoogd in TCSs met hoge scores op de HADS-Depression schaal.
De
onderzoekers concluderen dat het toenemen van de prevalentie van chronische
vermoeidheid in TCSs een nieuwe bevinding is. Leefstijlinterventie met fysieke
activiteit, vroege detectie en behandeling van angststoornis en depressie, en
mogelijk testosteronsubstitutie kunnen wellicht het risico van chronische
vermoeidheid in TCSs verlagen.
1.Sprauten M, Haugnes
HS, Brydøy M et al. Chronic fatigue in 812 testicular cancer survivors during
long-term follow-up: increasing prevalence and risk factors. Ann Oncol 2015;
epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)