Bepaling van
circulerende tumorcellen biedt de mogelijkheid tot niet-invasieve en
sequentiële monitoring van de status van primaire of metastatische tumoren.
Toepassing van deze mogelijkheid bij patiënten die radiotherapie krijgen voor
niet-kleincellige longkanker is tot op heden uitgebleven, schrijven dr. Jay
Dorsey (University of Pennsylvania) en collega’s vandaag online in Cancer.1
In de publicatie presenteren ze de
uitkomsten van een pilot studybij 30 NSCLC-patiënten die
radiotherapie kregen. De onderzoekers bepaalden CTCs met een assay voor levende
cellen met behulp van een adenovirus-probe die de verhoogde
telomerase-activiteit detecteert die in vijwel alle kankercellen, maar niet in
normale cellen wordt gezien. Ze valideerden de assay aan de hand van secundaire
tumorspecifieke markers.
De assay
detecteerde CTCs in de meerderheid van de patiënten, waaronder 65% van de
patiënten voor aanvang van radiotherapie, zowel in patiënten met EGFR-wild type
als in patiënten met EGFR-gemuteerde tumoren. Het mediane CTC-getal in
patiënten voor radiotherapie was 9,1 CTCs per ml (range: niet-detecteerbaar tot
571 CTCs per ml). Na radiotherapie was het mediane CTC-getal 0,6 CTCs per ml
(range: niet-detecteerbaar tot 1,8 CTCs per ml. Het verschil is statistisch
significant (p<0,001). In een subset van patiënten waren sequentiële
CTC-counts beschikbaar; hier bleek een afname na radiotherapie met uitzondering
van één patiënt die vervolgens distant failure
ontwikkelde.
De
onderzoekers concluderen dat deze uitkomsten suggereren dat CTC-getallen kunnen
worden gezien als marker voor de respons op radiotherapie bij NSCLC.
1.Dorsey JF, Kao GD, MacArthur KM et al. Tracking
viable circulating tumor cells (CTCs) in the peripheral blood of non-small lung
cancer patients undergoing definitive radiation therapy: pilot study results.
Cancer 2014;epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)