
Deelneemsters aan de retrospectieve studie waren patiënten met nieuw-gediagnostiseerd lokaal gevorderd IBC (n=77) of metastatisch IBC (n=70) die tussen 2004 en 2013 in Houston neoadjuvante therapie of eerstelijns chemotherapie hadden gekregen. Het CTC-getal werd bepaald voor aanvang van de chemotherapie. Het percentage patiënten met één of meer CTCs was lager onder patiënten met stadium III IBC (54,5%) dan onder patiënten met metastatisch IBC (84,3%; p=0,0002). Ook het percentage patiënten met vijf of meer CTCs was lager was lager onder patiënten met stadium III IBC (19,5%) dan onder patiënten met metastatisch IBC (47,1%; p=0,0004).
Patiënten met minder dan vijf CTCs hadden significant betere PFS (HR 0,60; p=0,02) en OS (HR 0,59; p=0,03) dan patiënten met vijf CTCs of meer. Onder patiënten met stadium III IBC waren er niet-statistisc significante verschillen in PFS (HR 0,66; p=0,29) en OS (HR 0,54; p=0,48) tussen patiënten zonder CTCs versus patiënten met één of meer CTCs. In multivariate analyse was het CTC-getal prognostisch voor PFS en OS onafhankelijk van het klinisch stadium.
De onderzoekers concluderen dat CTCs kunnen worden gedetecteerd in een hoog percentage van patiënten met nieuw-gediagnostiseerd IBC. Het CTC-getal is een sterke voorspeller voor de prognose in deze patiënten.
1.Mego M, Gioradno A, de Giorgi U et al. Circulating tumor cells in newly diagnosed inflammatory breast cancer. Breast Cancer Res 2015; epub ahead of print