In de meta-analyse zijn data opgenomen van 5098 patiënten en 6649 controles. De gemiddelde follow-up bedroeg 5,1 jaar. Het niveau van stearinezuur (C18:0) was invers geassocieerd met het risico van prostaatkanker: OR in het vijfde kwintiel vergeleken met het eerste kwintiel 0,88; p for trend 0,043). Het prostaatkankerrisico was 14% hoger in het vijfde kwintiel van het niveau van eicosapentanoeenzuur (C20:5 n-3) dan in het eerste kwintiel (p for trend 0,001), en 16% hoger in het vijfde kwintiel van het niveau van docosapentanoeenzuur (C22:5 n-3) dan in het eerste kwintiel (p for trend 0,003); maar in deze gevallen was er heterogeniteit tussen studies (p=0,022 voor EPA en p<0,001 voor DPA). De associatie tussen DPA-niveau en het risico was statistisch significant voor laag-gradige ziekte maar niet voor hoog-gradige ziekte. Voor de overige elf vetzuren was er geen verband tussen het niveau in de circulatie en het risico van prostaatkanker.
De onderzoekers concluderen dat er geen sterke aanwijzingen zijn voor een verband tussen circulerende vetzuren en het risico van prostaatkanker. Het is niet duidelijk of de gevonden associaties voor stearinezuur, EPA en DPA causaal zijn.
1.Crowe FL, Appleby PN, Travis RC et al. Circulating fatty acids and prostate cancer risk: individual participant meta-analysis of prospective studies. J Natl Cancer Inst 2014;epub ahead of print