
In CXM implanteren de onderzoekers menselijke borstkankercellen orthotopisch in immunodeficiënte consomische stammen, waarna ze de groei, vasculogenese, en metastasering van de tumor volgen. Omdat de achtergronden van de stammen uiteenlopen maar die van de maligne tumorcellen niet, moeten verschillen in tumorprogressie worden toegeschreven aan erfelijke verschillen in de niet-maligne tumormicro-omgeving.
In de publicatie laten de onderzoekers zien dat genetische varianten op chromosoom 3 van de rat geassocieerd zijn met verminderde relatieve tumorgroei en hematogene metastasering, ondanks een toename van de dichtheid van de tumor-geassocieerde bloedvaten. Met vergelijkende mapping en whole genome sequentie-analyse hebben ze de kandidaat-varianten teruggebracht tot zes genen op het chromosoom. De onderzoekers concluderen dat CXM geschikt is voor het lokaliseren van genetische varianten met met impact op de tumormicro-omgeving die kunnen leiden tot verschillen in borstkankerrisico.
1. Flister MJ, Endres BT, Rudemiller N et al. CXM-a new tool for mapping breast cancer risk in the tumor microenvironment. Cancer Res 2014; epub ahead of print