Behandeling
met cyclofosfamide verbetert de nierziekte-specifieke overleving bij patiënten
met idiopathische membraneuze nefropathie. Gebruik van cyclofosfamide is echter
geassocieerd met kanker, schrijven Jan van den Brand en zijn collega’s van het
Radboudumc online in het Clinical Journal
of the American Society of Nephrology.1 In het artikel
presenteren ze de uitkomsten van een studie (abstract) naar de mate van verhoging van het kankerrisico.
IMN-patiënten
van de Nijmeegse kliniek werden vanaf 1995 in de studie geïncludeerd. Er waren
gegevens beschikbaar van 272 patiënten (mediane leeftijd 51 jaar, 70% mannen),
van wie er 127 met cyclofosfamide werden behandeld. De mediane follow-up
bedroeg zes jaar. De kankerincidentie onder de cyclofosfamide-behandelde patiënten
bedroeg 21,2 per 1000 persoonsjaren, tegen 4,6 per 1000 persoonsjaren onder de
niet met cyclofosfamide behandelde patiënten. De adjusted incidence ratio kwam
uit op 3,2 (95%-bti 1,0-9,5). De onderzoekers berekenen dat voor de gemiddelde
patiënten het jaarlijkse kankerrisico door cyclofosfamidebehandeling toeneemt
van 0,3% naar 1,0%.
1. Van den Brand JA, van Dijk PR, Hofstra JM,
Wetzels JF. Cancer risk after cyclophosphamide treatment in idiopathic
membranous nephropathy. Clin J Am Soc Nephrol 2014;epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)