
Een DOSI-instrument bestaat uit een handheld probe die over een te onderzoeken borstoppervlak (tot ongeveer 100 cm2) wordt gescand, zowel op de tumordragende borst als op de normale borst. Aan de hand van absorptie en verstrooiing van nabij-infrarood licht (golflengte 650-1000 nm) kan de weefselconcentratie van oxy- en deoxyhemoglobine, het watergehalte en het lipidengehalte worden bepaald, waarna voor iedere probe-locatie een tissue optical index (TOI) wordt berekend. In ACRIN 6691 is het verband onderzocht tussen de veranderingen in de tumor-to-normal (T/N) TOI-ratio gedurende neoadjuvante chemotherapie en de klinische uitkomst.
Voor 34 deelneemsters waren complete en evalueerbare gegevens beschikbaar. Tien deelneemsters (29%) bereikten pCR. De %-change in T/N TOI-ratio voor alle deelneemsters liep uiteen van -82% tot + 321%, met een mediaan van -36%. De onderzoekers kozen -40% als drempelwaarde, en zagen dat patiënten in de groep met 40% of meer afname van de T/N TOI meer vaker pCR hadden dan patiënten met een geringere afname (OR 4,667; p=0,0586). Het percentage verandering in TOI-ratio tussen aanvang en halverwege de neoadjuvante chemotherapie heeft een AUC van 0,604 (95%-bti 0,394-0,814) voor het onderscheiden van patiënten die pCR bereiken en patiënten die geen pCR bereiken. De verandering in alleen de zuurstofopname in de tumor na een week neoadjuvante behandeling (secundair eindpunt van de studie) is ook voorspellend voor het bereiken van pCR.
1.Tromberg BJ, SABCS 2014, abstr. S4-04