Er zijn
aanwijzingen voor een mogelijk verband tussen de DPYD-varianten DPYD*2A,
D949V en 1560S en verhoogde gevoeligheid voor 5-FU toxiciteit. Dr. Robert Diasio
(Mayo Clinic Cancer Center, Rochester MN) en collega’s hebben de genotypes voor
deze varianten bepaald in 2886 patiënten die adjuvant 5-FU kregen voor stadium
III coloncarcinoom. De patiënten namen deel aan een fase 3-studie van FOLFOX of
FOLFIRI al of niet in combinatie met cetuximab. Diasio en collega’s publiceren online
in het Journal of the National Cancer
Institute de associaties tussen de varianten en de toxiciteit.1
Graad 3 of
hogere 5-FU toxiciteit werd gezien bij 88% van de dragers van DPYD*2A, 50% van de dragers van D949V,
en 81,5% van de dragers van 1560S. Er waren statistisch significante associaties
tussen graad 3 of hogere 5-FU AEs en DPYD*2A
(OR 15,21; p<0,001) en D949V (OR 9,10; p<0,001). De associaties bleven
statistisch significant na correctie voor mogelijk verstorende variabelen. De DPYD*2A-variant was geassocieerd met
misselijkheid/braken (p=0,007) en neutropenie (p<0,001); de D949V-variant
was geassocieerd met dehydratie (p=0,02), diarree (p=0,003), leukopenie
(p=0,002) neutropenie (p<0,001) en trombocytopenie (p<0,001).
Er waren onder
de deelnemers slechts vier dragers van de 1560S-variant; twee van hen hadden
graad 3 of hoger 5-FU AEs, maar vanwege de lage frequentie van de variant
konden de onderzoekers geen statistisch significante associatie aantonen.
1.Lee AM, Shi Q, Pavey E et al. DPYD variants as
predictors of 5-fluorouracil toxicity in adjuvant colon cancer treatment (NCCTG
N0147). J Natl Cancer Inst 2014; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)