
Deelnemers aan de studie waren 3618 patiënten met cT1-T3aN0M0 hoog-risico of ongunstig intermediair-risico prostaatadenocarcinoom, die tussen 1997 en 2013 radiotherapie kregen bij Dana-Farber. De onderzoekers definieerden ‘gunstig hoog-risico’ als T1c-ziekte met of Gleason 4+4=8 en PSA lager dan 10ng/ml ofGleason 6 en PSA hoger dan 20 ng/ml. Uit de analyses bleek dat patiënten met deze kenmerken een significant betere prostaatcarcinoom-specifieke mortaliteit hadden dan andere mannen met hoog-risico ziekte (gecorrigeerde HR 0,42; p=0,049) en een PCSM die gelijk was aan die van mannen met ongunstig intermediair-risico ziekte (HR 1,17; p=0,710). De onderzoekers vonden sterk overeenkomende resultaten in een validatiecohort van 13.275 patiënten in de SEER-database: gunstig hoog-risio versus ander hoog-risico HR 0,21 (p<0,001) en gunstig hoog-risico versus ongunstig intermediair-risico HR 0,67; p=0,268).
De onderzoekers concluderen dat patiënten met gunstig hoog-risico prostaatcarcinoom een significant betere PCSM hebben dan andere patiënten met hoog-risico ziekte, en een gelijke PCSM als patiënten met ongunstig intermediair-risico ziekte (die vaak worden behandeld met korter durende androgeendeprivatie). Dit nieuwe indelingssysteem kan de mogelijkheid scheppen voor personalisering van de behandeling binnen de groep met hoog-risico ziekte.
1.Muralidhar V, Chen M-H, Reznor G et al. Definition and validation of ‘favorable high-risk prostate cancer’: implication for personalizing treatment of radiation-managed patients. Int J Radiot Oncol Biol Phys 2015; epub ahead of print