In een fase 3-studie is eerder gezien dat denosumab, vergeleken met zoledrolinezuur, het risico verlaagt van skelet-gerelateerde gebeurtenissen (SREs) in patiënten met castratieresistent prostaatcarcinoom en botmetastasen. Dr. Matthew Smith (Massachusetts General Hospital) en collega’s publiceren online in Annals of Oncology de uitkomsten van een analyse van symptomatic skeletal events (SSEs), een geprespecificeerd secundair eindpunt van de studie.¹ SREs waren gedefinieerd als bestraling naar het bot, pathologische fractuur, botchirurgie of compressie van de wervelkolom. SSEs waren gedefinieerd als SREs met symptomatische pathologische fractuur of symptomatische compressie.


Uit de analyse blijkt dat behandeling met denosumab vergeleken met zoledrolinezuur resulteert in significante verlaging van het risico van een eerste SSE (HR 0,78; p=0,005) en van het risico van eerste en volgende SSEs (HR 0,78; p=0,004). Onder patiënten met geen of milde pijn bij aanvang van de behandeling waren zowel SSEs als SREs geassocieerd met het ontwikkelden van matige of ernstige pijn (p<0,0001). De onderzoekers concluderen dat denosumab vergeleken met zoledrolinezuur in patiënten met CRCP en botmetastasen resulteert in verlaging van het risico van skeletcomplicaties, ongeacht of het eindpunt wordt gedefinieerd als SSE of SRE.

1.Smith MR, Coleman RE, Klotz L et al. Denosumab for the prevention of skeletal complications in metastatic castration-resistant prostate cancer: comparison of skeletal-related events and symptomatic skeletal events. Ann Oncol 2014; epub ahead of print