Chronische
infectie met hepatitis B-virus (HBV) is de belangrijkste risicofactor voor
hepatocellulair carcinoom (HCC). Ondanks effectieve antivirale
behandelingsopties vormen chronische hepatitis B (CHB), daaropvolgende
eindstadium leverziekte en HCC een belangrijke uitdaging, schrijven dr. Marc
Ringelhan (Technische Universität München) en collega’s in een overzichtsartikel online in het Journal
of Pathology.1
In CHB wordt
leverschade vooral veroorzaakt door de influx van immuuncellen en destructie
van geïnfecteerde hepatocyten, resulterend in necroïnflammatie. Behandeling met
nucleoside-analogen kan de HBV-replicatie in CHB-patiënten onderdrukken en zo
het risico van ontwikkeling van HCC verlagen. Toch is het HCC-risico bij behandelde
patiënten met onderdrukte HBV-replicatie significant hoger dan bij patiënten
met inactieve CHB. Dit suggereert dat HBV directe en lang aanhoudende HCC-predisponerende
effecten heeft. Tot de directe oncogene effecten van HBV behoort integratie in
het genoom van de gastheer, resulterend in deleties, cis-/transactivering,
translocaties, productie van fusietranscripten, algemene genoominstabiliteit en
pleiotropische effecten van virale transcripten. Analyse van deze virale
factoren in actieve surveillance kan leiden tot vroege identificatie van
hoog-risicopatiënten. Integratie van de factoren in een moleculair
classificatiesysteem van HCC-subtypes kan van belang zijn bij de ontwikkeling
van nieuwe therapeutische benaderingen, aldus de auteurs.
1.Ringelhan M, Protzer U, O’Connor T, Heikenwalder
M. The direct and indirect role of HBV in liver cancer: prospective markers for
HCC-screening and potential therapeutic targets. J Pathol 2014;epub ahead of
print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)