Patiënten
met biochemisch recidief na definitieve lokale therapie voor prostaatcarcinoom
vormen een heterogene populatie waarvoor geen standaard behandelingsopties
beschikbaar zijn. Dr. Mary-Ellen Taplin (Dana-Farber Cancer Institute, Boston)
en collega’s hebben een studie uitgevoerd van de mogelijkheid en werkzaamheid
van vroege multimodale systemische therapie voor deze patiënten. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in Cancer.1
Deelnemers
aan de studie waren 41 mannen met toenemende PSA-niveaus (verdubbelingstijd
tien maanden of minder) zonder aanwijzingen voor metastasen na radicale
prostatectomie en/of radiotherapie voor prostaatcarcinoom. De deelnemers werden
behandeld met vier cycli docetaxel, acht cycli bevacizumab, en achttien maanden
androgeendeprivatietherapie (ADT). Het primaire eindpunt van de studie was het
percentage patiënten dat één jaar na beëindiging van de behandeling vrij was
van PSA-progressie.
Een jaar na
beëindiging van de ADT had 45% van de patiënten met testosteron hoger dan 100
ng/dl en 29% van de patiënten met testosteron hoger dan 240 ng/dl een
PSA-niveau lager dan 0,2 ng/ml. Na mediaan 27,5 maanden follow-up (IQR
21,8-38,1 maanden) was 20% van de patiënten nog vrij van PSA-progressie, 46%
startte ADT niet opnieuw, en 83% was vrij van metastasen. Graad 3- en
4-toxiciteiten werden gezien bij 39% respectievelijk 12%.
De onderzoekers
concluderen dat multimodale systemische therapie met docetaxel, bevacizumab, en
ADT mogelijk is en resulteert in responsen in patiënten met biochemisch
recidief. Lange-termijn follow-up is vereist om het percentage patiënten te
bepalen met duurzame PSA-respons zonder herstarten van
prostaatcarcinoombehandeling.
1.McKay RR, Gray KP, Hayes JH et al. Docetaxel,
bevacizumab, and androgen deprivation therapy for biochemical disease
recurrence after definitive local therapy for prostate cancer. Cancer 2015;
epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)