De optimale
duur van surveillance voor niercelcarcinoom (RCC) na radicale of partiële
nefrectomie is niet bekend. Dr. Igor Frank (Mayo Clinic, Rochester MN) en
collega’s hebben een studie uitgevoerd van een benadering van de surveillance waarbij
het risico van recidief wordt afgewogen tegen het risico van niet-RCC
overlijden. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in het Journal of Clinical Oncology.1
De
onderzoekers identificeerden 2511 patiënten die tussen 1990 en 2008 chirurgie
ondergingen voor M0 RCC. De patiënten werden voor de analyse gestratificeerd
naar stadium (pT1Nx-0; pT2Nx-0, pT3/4Nx-0, en pTanyN1), locatie van recidief
(abdomen, borst, bot en overige), leeftijd (<50, 50 tot 59, 60 tot 69, 70
tot 79, en ≥80 jaar), en Charlson Comorbiditeitsindex (CCI; ≤1 en ≥2). Bij
mediane follow-up van 9,0 jaar werd recidief gezien in 676 patiënten. Een
competing-risk model resulteerde in sterk verschillende optimale surveillanceperioden.
Zo was onder patiënten met pT1Nx-0 ziekte en CCI≤1 het risico van niet-RCC
overlijden hoger dan het risico van recidief binnen zes maanden in patiënten van
80 jaar en ouder, maar was in patiënten jonger dan 50 jaar het risico van
niet-RCC overlijden niet hoger dan het risico van recidief binnen 20 jaar.
Onder patiënten met pT1Nx-0 ziekte maar een CCI≥2 was het risico van
niet-RCC-overlijden dertig dagen na de chirurgie al hoger dan het risico van
abdominaal recidief, ongeacht de leeftijd van de patiënt.
De
onderzoekers concluderen dat deze geïndividualiseerde benadering van
RCC-surveillance kan bijdragen aan een betere balans tussen het van de
surveillance verkregen profijt en medical
resource allocation.
Stewart-Merrill SB, Thompson RH, Boorjian SA et al.
Oncologic surveillance after surgical resection for renal cell carcinoma: a
novel risk-based approach. J Clin Oncol 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)