
De analyses werden uitgevoerd met de TaqMan assay in bloedmonsters van 97 EURTAC-deelnemers. In monsters van 76 deelnemers (78%) werden EGFR-mutaties gezien. De mediane overall survival was korter in patiënten met de L858R-mutatie in cfDNA (13,7 maanden) dan in patiënten met de exon 19 deletie (30,0 maanden (p<0,001). In univariate analyse van patiënten met EGFR-mutaties in cfDNA was de L858R-mutatie in tumorweefsel of in cfDNA een marker van kortere OS (HR 2,70; p<0,001) en progressievrije overleving (HR 2,04; p=0,008). Onder patiënten met de L858R-mutatie in tumorweefsel was de mediane OS 13,7 maanden voor patiënten met de L858R-mutatie in cfDNA en 27,7 maanden voor patiënten bij wie de mutatie niet in cfDNA werd gevonden (HR 2,22; p=0,03). In multivariate analyse van de 76 patiënten met EGFR-mutaties in cfDNA was alleen erlotinib-behandeling een onafhankelijke voorspeller van langere PFS (HR 0,41; p=0,003).
De onderzoekers concluderen dat de TaqMan assay efficiënt EGFR-mutaties in cfDNA kan bepalen, en dat de L858R-mutatie een nieuwe surrogaat prognostische marker kan zijn in deze patiëntenpopulatie.
1.Karachaliou N, Mayo-de las Casas C, Querait C et al. Association of EGFR L858R mutation in circulating free DNA with survival in the EURTAC trial. JAMA Oncol 2015; epub ahead of print