Vandaag is
in Wenen het Presidential Symposium van het European Cancer Congress 2015. Een
van de sprekers van het symposium is dr. Milena Sant (Fondazione IRCCS Istituto
Nazionale dei Tumori, Milaan), die uitkomsten van het EUROCARE 5 programma
presenteert.1 De uitkomsten worden vandaag ook in detail
gepubliceerd in dertien artikelen in een special
issue van het European Journal of
Cancer.2
EUROCARE 5
inventariseerde de overleving van oncologie-patiƫnten die na 2000 zijn
gediagnostiseerd in dertig Europese landen. De overall conclusie luidt dat de overleving laag is in Oost-Europa en
relatief hoog in Noord- en West-Europa. De vijf-jaars relatieve overleving,
gecorrigeerd voor andere doodsoorzaken dan kanker, is in Europa sinds 2000
toegenomen. Er worden echter opvallende regionale verschillen waargenomen, met
name in de overleving van hemato-oncologische ziekten waar recentelijk
vorderingen in de behandeling zijn geboekt, zoals CML, CLL, NHL, en de subtypes
folliculair lymfoom en DLBCL. Hodgkin lymfoom vormt een uitzondering, met
geringere regionale variaties en een redelijk goede prognose in de meeste
landen.
Voor
maligniteiten met een redelijk goede prognose was de gemiddelde Europese vijf-jaars
relatieve overleving 82% voor mammacarcinoom (van 74% in Oost-Europa tot 85% in
Noord-Europa), 57% voor coloncarcinoom (van 49% in Oost-Europa tot 61% in
Centraal-Europa), 56% voor rectumcarcinoom, 83% voor melanoom, en 83% voor
prostaatcarcinoom. Voor de maligniteiten met slechte prognose was de variatie
geringer. Voor longcarcinoom was de vijf-jaars relatieve overleving gemiddeld
13% (van 9% in Engeland en Ierland tot 15% in Centraal Europa), voor
ovariumcarcinoom gemiddeld 38% (van 31% in het Verenigd Koninkrijk en Ierland
tot 41% in Noord-Europa), en voor maagcarcinoom 25% (van 17% in het Verenigd
Koninkrijk en Ierland tot 30% in Zuid-Europa).
Voor vrijwel
alle maligniteiten is de overleving in het Verenigd Koninkrijk en Ierland
slecht vergeleken met West-Europa, en is de overleving in Denemarken slecht
vergeleken met andere Scandinavische landen. Over het algemeen is er een goede
correlatie tussen enerzijds de overleving en anderzijds het Bruto Nationaal
Product en de totale uitgaven voor de gezondheidszorg van landen. Het Verenigd
Koninkrijk en Denemarken zijn in deze associaties uitbijters. De overleving in
deze landen is slechter dan kan worden verwacht op basis van de uitgaven voor
de gezondheidszorg.
1.Sant M et al. ECC 2015, abstr.
LBA1 2.Minicozzi P, Otter R,
Primic-Zakelj M, Francisci S (eds). Survival
of cancer patients in Europe, 1999-2007: The EUROCARE-5 Study. Eur J Cancer
2015; 51:2099-2266
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)