Als een
screeningsprogramma voor borstkanker effectief is, dan mag worden verwacht dat
na implementatie de incidentie van vroeg-stadiumborstkanker in de gescreende
groep toeneemt, terwijl de incidentie van gevorderd-stadiumborstkanker substantieel
afneemt. In 1998 werd de bovenste leeftijdsgrens voor borstkankerscreening in
Nederland verhoogd van 69 naar 75 jaar. Deze verhoging heeft geleid tot slechts
een geringe afname van de incidentie van gevorderd stadium borstkanker bij de
70- tot 75-jarige vrouwen, terwijl de incidentie van vroeg-stadium borstkanker
sterk is gestegen.
Zo luidt de
conclusie uit een studie die vandaag online wordt gepubliceerd in BMJ.1 Dr. Gerrit-Jan
Liefers (LUMC) en collega’s analyseerden het beloop tussen 1995 en 2011 van de
incidentie van invasieve of DCIS borstkanker bij 25.414 gescreende vrouwen in
de leeftijd van 70 tot 75 jaar. Ze baseerden hun analyses op gegevens van de
Nederlandse Kankerregistratie.
De
incidentie van vroeg-stadium borstkanker nam toe van 248,7 per 100.000 vrouwen
voor de verhoging van de leeftijdsgrens naar 362,9 per 100.000 na de verhoging
(incidence rate ratio 1,46; p<0,001). De incidentie van gevorderd-stadium
borstkanker nam veel minder sterk af; van 58,6 per 100.000 voor naar 51,8 per
100.000 na de verhoging (incidence rate ratio 0,88; p<0,001). De onderzoekers
berekenen dat voor ieder geval van door screening voorkomen gevorderde
borstkanker bij 70- tot 75-jarigen 19,7 ‘extra’ gevallen van vroeg-stadium
borstkanker worden gediagnostiseerd. Ze stellen dat overdiagnose en
overbehandeling een aanzienlijke impact kunnen hebben op de kwaliteit van leven
en het fysiek functioneren van oudere vrouwen met borstkanker.
1.De Glas NA, de Craen AJM, Bastiaannet E et al.
Effect of implementation of the mass breast cancer screening programme in older
women in the Netherlands: population based study. BMJ 2014; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)