Hanna van Waart (NKI-AVL) en collega’s hebben effecten onderzocht van twee inspanningsprogramma’s voor patiënten die adjuvante chemotherapie kregen voor mammacarcinoom. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in het Journal of Clinical Oncology.¹ De onderzoekers randomiseerden 230 patiënten voor aanvang van de adjuvante chemotherapie naar een laag-intensiteit thuisprogramma (Onco-Move), een matig- tot-hoog intensiteit weerstands- en aeroob trainingsprogramma onder supervisie (OnTrack) of gebruikelijke zorg (UC).

De beide programma’s resulteerden vergeleken met UC in minder afname van cardiorespiratoire fitheid (p<0,001), beter fysiek functioneren (p≤0,001), minder misselijkheid en braken (p=0,029 voor Onco-Move, p=0,031 voor OnTrack) en minder pijn (p=0,003 en p=0,011). OnTrack resulteerde ook in betere uitkomsten voor spierkracht (p=0,002) en vermoeidheid (p<0,001). Zes maanden na de adjuvante chemotherapie waren de meeste uitkomsten in alle drie de groepen weer terug op de uitgangswaarden. In de OnTrack-groep had een lager percentage van de deelneemsters aanpassing van de chemotherapiedosering nodig dan in de beide andere groepen (p=0,002). De deelneemsters in beide interventiegroepen gingen eerder (p=0,012) en voor meer uren per week (p=0,014) aan het werk dan de deelneemsters uit de controlegroep.

De onderzoekers concluderen dat een matig- tot-hoog weerstands- en aeroob inspanningsprogramma het meest effectief is voor patiënten die adjuvante chemotherapie krijgen voor mammacarcinoom. Een minder inspannend thuisprogramma s een redelijk alternatief voor vrouwen die het hoge-intensiteit activiteitprogramma niet kunnen of willen volgen.

1.Van Waart H, Stuiver MM, van Harten WH et al. Effect of low-intensity physical activitey and moderate- to high-intensity physical exercise during adjuvant chemotherapy of physical fitness, fatigue, and chemotherapy completion rates: Results of the PACES randomized clinical trial. J Clin Oncol 2015; epub ahead of print