
Tussen begin 2000 en eind 2007 identificeerden Kao en collega’s 282.360 enteroviruspositieve kinderen en selecteerden ze 282.355 enterovirusnegatieve kinderen als controles. Tijdens de follow-up was de incidentie van leukemie 3,26 per 100.000 persoonsjaren in de groep met enterovirusinfectie versus 5,84 per 100.000 persoonsjaren in de enterovirus-negatieve groep (HR 0,44; p<0,0001). De enterovirus-geïnfecteerde kinderen hadden een verlaagd risico van zowel lymfocytische leukemie (HR 0,44; p<0,0001) als acute myeloïde leukemie (HR 0,40; p=0,04). Herpangina en hand-voet-mondziekte waren de meest voorkomende ziekten die geassocieerd waren met het verlaagde leukemierisico.
De onderzoekers concluderen dat enterovirusinfectie in kinderen geassocieerd is met verlaging van het risico van leukemie. Deze associatie is in overeenstemming met de ‘delayed infection’ hypothese van Greaves.
1.Lin J-N,Lin C-L, Lin MC et al. Risk of leukaemia in children infected with enterovirus: a nationwide, retrospective, population-based, Taiwanese-registry, cohort study. Lancet Oncol 2015; epub ahead of print