Primaire tumoren van de traanklier zijn zeldzaam, en ze zijn geassocieerd met substantiële morbiditeit en mortaliteit. De literatuur over deze tumoren is beperkt tot casusrapporten, schrijven dr. Maie St. John (University of California in Los Angeles) en collega’s online in JAMA Otolaryngology – Head & Neck Surgery.¹ In de publicatie geven ze een overzicht van de incidentie, behandeling, en overall survival en ziekte-specifieke overleving van patiënten met traankliertumoren. Ze baseren hun analyses op de SEER-database van 1973-2010.

De auteurs vonden in de database gegeven van 321 patiënten met niet-lymfoïde tumoren van de traanklieren. De meest-voorkomende histologische subtypes waren adenocystisch carcinoom (ACC, 32,1%) en squameus celcarcinoom (SCC, 29,9%). De vijf-jaars OS voor alle traankliertumoren was 60%, en de vijf-jaars DSS 75%. In univariate analyse waren lage tumorgraad (p=0,04) en chirurgische behandeling (p<0,001) geassocieerd met significant betere OS. Voor ACC-tumoren was chirurgie (p=0,009) maar niet radiotherapie (p=0,44) geassocieerd met betere OS. Voor SCC-tumoren was chirurgie geassocieerd met betere OS (p<0,001) en DSS (p=0,004), en was radiotherapie geassocieerd met betere OS (p=0,03).

In multivariate analyse waren leeftijd, chirurgie, en tumorstadium bij presentatie onafhankelijke voorspellers van de OS. Voor alleen ACC voorspelden leeftijd en chirurgie de OS. Voor alleen SCC voorspelden leeftijd, chirurgie, en radiotherapie de OS.

1.Mallen-St. Clair J, Arshi A, Tajudeen B et al. Epidemiology and treatment of lacrimal gland tumors. A population-based cohort analysis. JAMA Otolaryngol Head Neck Surg 2014; epub ahead of print