
De OR van mammacarcinoom was 0,42 (95%-bti 0,20-0,90) voor het hoogste versus het laagste kwartiel van epigenoom-brede methylering. Per toename van de methylering met één standaarddeviatie bedroeg de OR 0,69 (95%-bti 0,50-0,95; p for linear trend 0,02). Epigenoom-brede DNA-methylering van CpGs in functionele promoters was geassocieerd met verhoogd risico, en epigenoom-brede DNA-methylering in genomische regio’s buiten promoters was geassocieerd met verlaagd risico (p=0,0002). De toename van het risico geassocieerd met epigenoom-brede DNA-methylering binnen promoters varieerde niet met de tijd tussen het nemen van het monster en de diagnose, maar de afname van het risico geassocieerd met epigenoom-brede DNA-methylering buiten functionele promoters was sterker bij een korter en zwakker bij een langer interval tussen monstername en diagnose.
De onderzoekers concluderen dat bepaling van epigenoom-brede DNA-methylering in perifeer bloed voor de diagnose wellicht kan worden gebruikt voor risicoschatting en/of vroege detectie van mammacarcinoom.
1.Severi G, Southey MC, English DR et al. Epigenome-wide methylation in DNA from peripheral blood as a marker of risk for breast cancer. Breast Cancer Res Treat 2014; epub ahead of print