
Deelneemsters aan de fase-3 BEACON-studie waren 852 patiënten van 135 centra in elf landen. De patiënten waren eerder behandeld met een anthracycline, een taxaan, en capecitabine, en twee tot vijf regimes voor gevorderde ziekte. Ze werden gerandomiseerd naar etirinotecan (E, n=429) of treatment of physician’s choice (PC, n=423). Het verschil in overall survival tussen beide groepen was niet statistisch significant: mediaan 12,4 maanden met E versus 10,3 maanden met PC (HR 0,87; p=0,084). Ernstige bijwerkingen werden gezien in 128 patiënten met E en 129 patiënten met PC. In de E-groep waren minder patiënten met graad 3 of hoger toxiciteit (n=204) dan in de PC-groep (n=256; p<0,0001). De aard van de bijwerkingen verschilde voor beide groepen. In de E-groep werd meer diarree gezien, en in de PC-groep meer neutropenie en perifere neutropenie.
De onderzoekers concluderen dat in patiënten met zwaar-voorbehandeld gevorderd mammacarcinoom etirinotecan pegol niet leidt tot significante verlenging van de OS vergeleken met treatment of physician’s choice. Het toxiciteitsprofiel verschilde wel tussen beide groepen. Gelet op de frequentie van kruisresistentie en overlappende toxiciteiten van veel middelen, en de behoefte aan werkzame middelen in hoog-refractaire ziekte, zou etirinotecan pegol nader kunnen worden onderzocht in subgroepen van patiënten.
1.Perez EA, Awada A, O’Shaughnessy J et al. Etirinotecan pegol (NKTR-102) versus treatment of physician’s choice in women with advanced breast cancer previously treated with an anthracycline, a taxane, and capecitabine (BEACON): a randomised, open-label, multicentre, phase 3 trial. Lancet Oncol 2015; epub ahead of print