Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Everolimus voor gevorderde niet-functionele long- of gastro-intestinale neuro-endocriene tumoren

(0)2015-09-27 09:06   ( Nieuws )

Tags

everolimus  NET  

Prof. James YaoVandaag is in Wenen het tweede Presidential Symposium van het European Cancer Congress 2015. Een van de sprekers is prof. James Yao (MD Anderson Cancer Center, Houston). Hij presenteert uitkomsten van de fase-3 RADIANT-4 studie.1 RADIANT-4 vergeleek de mTOR-remmer everolimus met placebo voor gevorderde progressieve goed-gedifferentieerde niet-functionele neuro-endocriene tumoren uit de long of van gastro-intestinale origine. De studie is uitgevoerd in dertien Europese landen (waaronder Nederland), Korea, Japan, Canada en de Verenigde Staten.


De mediane leeftijd van de deelnemers was 63 jaar, 53% was vrouw, de WHO performance status was 0 (74%) of 1 (26%), de meerderheid (76%) had Kaukasische etniciteit, en de meest-voorkomende tumorlokaties waren long (30%) en ileum (24%). De patiënten werden gerandomiseerd naar everolimus (n=205) of placebo (n=97). Het primaire eindpunt van de studie was progressievrije overleving volgens centrale beoordeling. De mediane PFS was 11,0 maanden met everolimus versus 3,9 maanden met placebo (HR 0,48; p<0,001). De door lokale onderzoekers beoordeelde PFS kwam nog gunstiger uit voor de everolimus-arm (14,0 versus 5,5 maanden; HR 0,39; p<0,001). Uitkomsten van PFS-analyses in subgroepen volgens stratificatiefactoren gaven vergelijkbare uitkomsten.

De ORR was 2% met everolimus versus 1% met placebo. Ziektecontrole was beter met everolimus (82%) dan met placebo (65%). Progressieve ziekte als beste uitkomst werd gezien in 9% met everolimus versus 27% met placebo; de tumorrespons in de overige patiënten was niet bekend. Een geprespecificeerde interim overall survival analyse liet betere overleving zien met everolimus (HR 0,64; p=0,037). Bijwerkingen waren vooral graad 1 of 2. De meest-geziene graad 3- of 4-bijwerkingen waren diarree (9% met everolimus; 2% met placebo), stomatitis (7% versus 0), abdominale pijn (5% versus 5%), en anemie (5% versus 2%).

De onderzoekers concluderen dat everolimus actief is in patiënten met gevorderd progressief niet-functioneel long- of GI-NET.

1.Yao J et al. ECC 2015, abstr. LBA5


Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren