Er zijn
aanwijzingen dat spiegels van insuline-like growth factor 1 (IGF-1) positief
geassocieerd zijn met ER-positief mammacarcinoom, terwijl er geen of vrijwel
geen associatie is tussen IGF-niveaus en het risico van ER-negatief
mammacarcinoom. In alle studies waarop deze aanwijzingen berusten zijn
ER-positieve patiënten vergeleken met gezonde controlepersonen, voor wie geen informatie
is of de ER-expressie in de borst, schrijven prof. Pagona Lagiou (Universiteit
van Athene) en collega’s online in Annals
of Oncology.1 In de publicatie presenteren ze de uitkomsten van
een Griekse case-control study van IGF-spiegels van 102 vrouwen met incident ERα-positief
mammacarcinoom, 178 vrouwen met ERα-positieve benign breast disease (BBD) en 83
ERα-negatieve BBD.
Uit de
analyses blijkt dat de patiënten met ERα-positief mammacarcinoom hogere IGF-1
spiegels hadden vergeleken met de patiënten met BBD (OR 1,46; 95%-bti 0,95-1,94
per standaarddeviatie toename van de IGF-1 spiegel). Er was geen associatie met
IGF-1 spiegels als de mammacarcinoompatiënten alleen werden vergeleken met patiënten
ERα-negatieve BBD. Bij vergelijking van de twee ERα-positieve groepen was er
een duidelijke verhoging van de IGF-1 spiegels in de mammacarcinoompatiënten
(OR 1,95; 95%-bti 1,31-2,89 per SD toename van de IGF-1 spiegel). De contrasten
waren vooral evident onder peri- en postmenopauzale vrouwen.
De
onderzoekers concluderen dat er een positieve associatie bestaat tussen de IGF-1
spiegel en het risico van ERα-positief mammacarcinoom.
1.Samoli E, Lagiou A, Zourna P et al. Expression
of estrogen receptors in non-malignant mammary tissue modifies the assocation
between insuline-like growth factor I and breast cancer risk. Ann Oncol 2014;
epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)