Chromosoominstabiliteit
(CIN) is in verscheidene typen kanker geassocieerd met resistentie tegen
behandeling en slechte klinische uitkomst. Dr. Rebecca Roylance (Queen Mary
University of London) en collega’s hebben echter aangetoond dat CIN in
ER-negatief mammacarcinoom een negatieve impact heeft op groei van de tumor.
Deze onderzoekers publiceren nu online in Annals
of Oncologyuitkomsten van de TACT-studie, waarin ze prospectief de associatie onderzocht
hebben tussen CIN en uitkomsten in patiënten met mammacarcinoom.1
De
onderzoekers bepaalden met dual centromeric fluorescence in situ hybridisation
de CIN voor chromosomen 2 en 15 in 1173 tumoren van deelnemers van de
TACT-studie. Aan de hand van het mediane percentage cellen dat afweek van het
modale centromeeraantal werden de tumoren ingedeeld in vier CIN-groepen. In
multivariate analyse van ziektevrije overleving met mediane follow-up van 91
maanden was toenemende CIN geassocieerd met betere uitkomst in patiënten met
ER-negatief mammacarcinoom (p trend =0,03), en eveneens in patiënten met
ER-negatief/HER2-negatief mammacarcinoom (p trend =0,007).
De
onderzoekers concluderen dat het bepalen van de CIN in ER-negatief mammacarcinoom
kan bijdragen aan het identificeren van patiënten met relatief goede prognose.
1.Jamal-Hanjani M, A’Hern R, Birkbak NJ et al. Extreme
chromosomal instability forecasts improved outcome in ER-negative breast
cancer: a prospective validation cohort study from the TACT trial. Ann Oncol
2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)