Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Fase 1-studie van encorafenib plus cetuximab bij BRAF-gemuteerde CRC

(0)2014-05-31 21:08   ( Nieuws )

Robin van GeelPatiënten met BRAF-gemuteerd colorectaalcarcinoom vertonen geen respons op behandeling met BRAF-remmers vanwege een sterke feedback-activering van de EGF-receptor. Robin van Geel (Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis) en collega’s presenteerden vandaag de resultaten van een fase 1-studie naar de werkzaamheid, tolerabiliteit en veiligheid van de combinatie van de selectieve BRAFV600-remmer encorafenib en cetuximab bij deze patiënten, al of niet tezamen met de PI3K-remmer BYL719. In de studie werden 21 patiënten met gevorderd BRAFV600/KRAS wild type CRC geïncludeerd . Achttien patiënten kregen encorafenib plus cetuximab kregen (de dual arm), en drie patiënten werden behandeld met encorafenib, cetuximab en BYL719 (triple arm).

In de dual arm is de dosis-escalatie afgerond. Er zijn twee dose-limiting toxicities voor encorafenib waargenomen: 400 mg eenmaal daags voor graad 3 braken, en 450 mg eenmaal daags voor graad 3 QTc-prolongatie. Vermoeidheid (33%) en braken (28%) waren de meest frequente bijwerkingen. In de triple arm is de dose finding nog gaande.

Er waren drie patiënten met partiële respons, onder wie één in de triple arm. Stabiele ziekte werd frequent gezien, waaronder twee patiënten die gedurende meer dan een jaar behandeld zijn. Ook CEA-daling werd gezien. De onderzoekers concluderen dat de combinatie van encorafenib en cetuximab, met of zonder BYL719, goed verdragen wordt en veelbelovende antitumor werking heeft bij patiënten die gefaald hebben op standaardbehandeling.

1. VanGeel R, Elez E, Bendell JC et al. Phase I study of the selective BRAFV600 inhibitor encorafenib(LGX818) combined with cetuximab and with or without the α-specific PI3Kinhibitor BYL719 in patients with advanced BRAF-mutantcolorectal cancer. ASCO 2014;abstr 3514

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren