
Deelnemers aan het fase 1/2a-gedeelte van de studie waren 28 patiënten met recidiverend of refractair MDS of AML met beenmergblasten meer dan 10%. Aan het fase 2/b-gedeelte werd deelgenomen door 80 patiënten met voorheen onbehandelde AML met een IPSS-score van intermediair-1 of hoger met tot 30% blasten. Alle patiënten kregen azacitidine op dag 1-5 van een 28-daagse cyclus gevolgd door lenalidomide op dag 6-10 of dag 6-15. In fase 1 werden zeven verschillend doseringen lenalidomide getest, met als primair eindpunt de hoogste verdragen dosering. Het primaire eindpunt van fase 2 was overall survival.
Eén patiënt overleed onverwacht in de fase 1-studie op de hoogste dosering. Zes extra patiënten werden geïncludeerd zonder verdere ernstige bijwerkingen. Er werden geen doseringsbeperkende toxiciteiten gezien, waarna de MTD van lenalidome in combinatie met azacitidine voor AML en MDS op 50 mg per dag gedurende tien dagen werd gesteld. In de eerste twintig patiënten in fase 2 werd een hoge frequentie van myelosuppressie en daarmee samenhangende toxiciteit gezien, waarna de lenalidomide-dosering verlaagd werd tot 25 mg per dag gedurende vijf dagen. Ook de inclusiecriteria werden aangepast van patiënten met minder dan 30% blasten naar vooral MDS-patiënten. Voor de veertig patiënten in fase-2b bedroeg de mediane overall survival 75 weken (IQR 25 weken – niet bereikt). De meest waargenomen graad 3/4-bijwerkingen waren neutropene koorts (68%) en pneumonie (45%).
De onderzoekers concluderen dat ze een veilige en werkzame sequentiële behandelcombinatie voor MDS hebben ontwikkeld, en dat er voorlopige aanwijzingen zijn dat de combinatie ook veilig is voor patiënten met AML.
1.DiNardo CD, Daver N, Jabbour E et al. Sequential azacytidine and lenalidomide in patients with high-risk myelodysplastic syndromes and acute myeloid leukaemia: a single-arm, phase 1/2 study. Lancet Haematol 2014; epub ahead of print