
Deelnemers aan de studie waren dertien zwaar-voorbehandelde patiënten, van wie er tien met andere EGFR-TKIs behandeld waren, zes intrathecale chemotherapie hadden gekregen en zeven radiotherapie naar de hersenen hadden gekregen. In vier patiënten was T790M-positieve ziekte vastgesteld in het plasma, en in twee in het CSF. Alle patiënten kregen AZD9291 160 mg eenmaal daags tot progressie optrad. De patiënten werden geïncludeerd tussen april en augustus 2015. Bij de data cut-off op 10 september jl. kon de respons worden geëvalueerd in elf patiënten; de langste periode met studiemedicatie was 21 weken and ongoing.
Van de elf patiënten vertoonden acht verbetering bepaald aan de hand van imaging, en vijf van negen patiënten met abnormale neurologische symptomen bij aanvang vertoonden symptomatische verbetering. Twee patiënten hadden complete klaring van tumorcellen uit het CSF bij twee achtereenvolgende onderzoeken. In zeven patiënten werd afname van EGFR-mutant DNA gezien, van wie in vijf een afname met meer dan 50%. In negen patiënten wordt de therapie nog voortgezet. De behandeling werd goed verdragen; er waren geen onverwachte bijwerkingen. Er was één graad 3-gebeurtenis van neutropenie die noopte tot een drie-dagen dosisinterruptie; deze patiënt wordt momenteel behandeld met 80 mg eenmaal daags.
Lee concludeert dat deze vroege data suggereren dat AZD9291 bemoedigende werkzaamheid heeft in zwaar-voorbehandelde patiënten met leptomeningeale ziekte van EGFR-mutant NSCLC.
1.MTCTM 2015; abstr. PR07