Patiënten
met EGFR-mutant NSCLC hebben over het
algemeen een progressievrije overleving van 9 tot 13 maanden op behandeling met
de EGFR tyrosinekinaseremmers gefitinib of erlotinib. Na verloop van tijd
treedt echter onveranderlijk resistentie op. Er is behoefte aan meer werkzame
EGFR-remmers. Dit schrijven prof. Pasi Jänne (Dana Farber Cancer Institute, Boston)
en collega’s vandaag online in The Lancet
Oncology.1 In de publicatie presenteren ze de uitkomsten van een
fase 2-studie van de pan-HER remmer dacomitinib als eerstelijns behandeling voor
gevorderde NSCLC. Werkzaamheid van dacominitib is gezien in patiënten die
voorheen behandeld waren met gefinitib of erlotinib.
Deelnemers
aan de studie waren 89 patiënten van 25 centra. De deelnemers waren klinisch
geselecteerd (nooit- of meer dan 15 jaar tevoren gestopte lichte rokers; n=44)
of moleculair geselecteerd (EGFR-activerende
mutaties in exon 19; n=25; of exon 21; n=20). De deelnemers kregen oraal
dacomitinib eenmaal daags tot ziekteprogressie, onacceptabele toxiciteit of patient withdrawal. Het primaire
eindpunt van de studie was PFS na vier maanden, met als nul-hypothese PFS na
vier maanden 50% of minder.
De PFS na
vier maanden bedroeg 76,8% (95%-bti 66,4-84,4) in de totale populatie, en 95,5%
(83,2-98,8) in de EGFR-mutant
populatie. De meest-gerapporteerde bijwerkingen waren diarree (93% van de
deelnemers), acneïforme dermatitis (78%), droge huid (44%) en stomatitis (40%).
Er waren twee patiënten met graad 4-bijwerkingen, en geen patiënten met graad
5-bijwerkingen.
De
onderzoekers concluderen dat dacomitinib bemoedigende klinische werkzaamheid
heeft als eerstelijns behandeling, zowel bij klinisch als bij moleculair
geselecteerde patiënten met NSCLC.
1.Jänne PA, Ou S-H I, Kim D-W et al. Dacomitinib
as first-line treatment in patients with clinically of molecularly selected
advanced non-small-cell lung cancer: a multicentre, open-label, phase 2 trial.
Lancet Oncol 2014; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)