
Deelnemers aan de studie waren 89 patiënten van 25 centra. De deelnemers waren klinisch geselecteerd (nooit- of meer dan 15 jaar tevoren gestopte lichte rokers; n=44) of moleculair geselecteerd (EGFR-activerende mutaties in exon 19; n=25; of exon 21; n=20). De deelnemers kregen oraal dacomitinib eenmaal daags tot ziekteprogressie, onacceptabele toxiciteit of patient withdrawal. Het primaire eindpunt van de studie was PFS na vier maanden, met als nul-hypothese PFS na vier maanden 50% of minder.
De PFS na vier maanden bedroeg 76,8% (95%-bti 66,4-84,4) in de totale populatie, en 95,5% (83,2-98,8) in de EGFR-mutant populatie. De meest-gerapporteerde bijwerkingen waren diarree (93% van de deelnemers), acneïforme dermatitis (78%), droge huid (44%) en stomatitis (40%). Er waren twee patiënten met graad 4-bijwerkingen, en geen patiënten met graad 5-bijwerkingen.
De onderzoekers concluderen dat dacomitinib bemoedigende klinische werkzaamheid heeft als eerstelijns behandeling, zowel bij klinisch als bij moleculair geselecteerde patiënten met NSCLC.
1.Jänne PA, Ou S-H I, Kim D-W et al. Dacomitinib as first-line treatment in patients with clinically of molecularly selected advanced non-small-cell lung cancer: a multicentre, open-label, phase 2 trial. Lancet Oncol 2014; epub ahead of print