
De patiënten kregen daratumumab monotherapie 16 mg/kg per week gedurende acht weken, gevolgd door 16 mg/kg iedere twee weken gedurende zestien weken, gevolgd door 16 mg/kg iedere vier weken. Tot de bijwerkingen behoorden vermoeidheid (39,6%), anemie (33,0%), misselijkheid (29,2%), trombocytopenie (25,5%), rugpijn (22,6%), neutropenie (22,6%), en hoest (20,8%). Discontinuering vanwege bijwerkingen was slechts 4,7%. Infusiereacties werden gezien in 42,5% maar waren voornamelijk graad 1 of 2; slechts 4,7% van de patiënten had graad 3-infusiereacties. Er waren geen discontinueringen vanwege infusiereacties.
Het primaire eindpunt van de studie was ORR. De ORR bedroeg 29,2%; met drie complete responsen, tien zeer goede partiële responsen, en achtttien partiële responsen. De ORR was consistent over klinisch relevante subgroepen. De mediane duur van de respons was 7,4 maanden. De mediane tijd tot progressie was 3,7 maanden. De mediane overall survival was niet bereikt. De geschatte één-jaars OS is 65%. Na mediaan 9,4 maanden follow-up was 45,2% (14/31) van de responders nog on therapy.
Lonial concludeert dat in deze zwaar-voorbehandelde MM-populatie daratumumab monotherapie relevante duurzaam activiteit liet zien.
EHA 2015; abstr S430