
De onderzoekers includeerden 38 patiënten met recidiverend of niet-resectabel osteosarcoom met progressie op standaardbehandeling (methotrexaat, cisplatine, en doxorubicine; met of zonder ifosfamide). De patiënten kregen 800 mg sorafenib plus 5 mg everolimus eenmaal daags tot progressie of niet-acceptabele toxiciteit optrad. Het primaire eindpunt van de studie was progressievrije overleving na zes maanden behandeling. Het vooraf gespecificeerde doel was een zes-maands PFS van 50% of hoger.
Het doel werd niet bereikt. Na zes maanden behandeling waren 17 van de 38 patiënten progressievrij (45%; 95%-bti 28 tot 61%). Toxiciteit leidde tot doseringsvermindering, korte onderbreking van de behandeling, of beide in 66% van de patiënten, en tot permanente discontinuering in 5%. De meest-gerapporteerde graad 3/4-bijwerkingen waren lymfopenie (16% van de patiënten), hypofosfatemie (16%), hand-voetsyndroom (13%), trombocytopenie (11%), vermoeidheid (5%), orale mucositis (5%), diarree (5%) en anemie (5%). Eén patiënt had een graad 3-pneumothorax.
De onderzoekers concluderen dat de combinatie van sorafenib en everolimus actief was als latere-lijn behandeling voor gevorderd osteosarcoom, maar dat de studie niet het vooraf gespecificeerde doel heeft bereikt.
1.Grignani G, Palmerini E, Ferraresi V et al. Sorafenib and everolimus for patients with unresectable high-grade osteosarcoma progressing after standard treatment: a non-randomised phase 2 clinical trial. Lancet Oncol 2014; epub ahead of print