
De patiënten werden gerandomiseerd naar eribuline (n=228) of dacarbazine (n=224). De mediane progressievrije overleving was in beide armen 2,6 maanden. De twaalf-weeks PFS was 33% met eribuline versus 29% met dacarbazine. De mediane overall survival was 13,5 maanden met eribuline versus 11,5 maanden met dacarbazine (HR 0,768; p=0,017). Voor 26% van de patiënten in de eribuline-arm en 14% van de patiënten in de dacarbazine-arm moest de dosering verlaagd worden; discontinuering vanwege bijwerkingen was noodzakelijk in 8% respectievelijk 5%. Tot de bijwerkingen behoorden neutropenie (44% versus 24%), pyrexie (28% versus 14%), perifere sensorische neuropathie (20% versus 4%) en alopecie (35% versus 3%). Trombocytopenie was meer frequent in de dacarbazine-arm (6% versus 28%). Graad 3-bijwerkingen kwamen voor in 63% versus 53%, graad 4-bijwerkingen in 26% versus 20%, en fatale bijwerkingen in 4% versus 1%.
De onderzoekers concluderen dat in patiënten met eerder behandeld gevorderd LMS of ADI eribuline resulteerde in betere overleving dan dacarbazine. Het toxiciteitsprofiel van eribuline was in overeenstemming met eerdere ervaringen.
1.ASCO Annual Meeting 2015; abstr. LBA10502