Een van de
standaard opties in de behandeling van stadium IIIA/N2 NSCLC is neoadjuvante
chemotherapie en chirurgie. Dr. Miklos Pless (Kantonsspital Winterthur) en
collega’s hebben een fase 3-studie uitgevoerd van toevoeging van neoadjuvante
radiotherapie aan deze optie. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in The
Lancet.1 Deelnemers aan de studie waren 232 patiënten van 23
centra in Zwitserland, Duitsland en Servië. Ze werden gerandomiseerd naar drie
cycli neoadjuvant cisplatine plus docetaxel gevolgd door radiotherapie (44 Gy
in 22 fracties over drie weken), of alleen de neoadjuvante chemotherapie. Het
primaire eindpunt van de studie was gebeurtenisvrije overleving.
De mediane
gebeurtenisvrije overleving was 12,8 maanden (95%-bti 9,7-22,9 maanden) in de
chemoradiotherapiegroep versus 11,6 maanden (95%-bti 8,4-15,2 maanden) in de
alleen-chemotherapiegroep. Het verschil is niet significant (p=0,67). De
mediane overall survival was 37,1 maanden (95%-bti 22,6-50,0 maanden) met
radiotherapie versus 26,2 maanden (95%-bti 19,9-52,1 maanden) in de
controlegroep. In de meeste patiënten werden chemotherapie-gerelateerde
toxische effecten gezien, maar 91% van de patiënten voltooide drie cycli
chemotherapie. Radiotherapie-geïnduceerde dysfagie werd gezien in 7%. In de
controlegroep overleden drie patiënten binnen dertig dagen na de chirurgie.
De
onderzoekers concluderen dat toevoeging van radiotherapie niet resulteert in
extra profijt vergeleken met alleen chemotherapie gevolgd door chirurgie voor
stadium IIIA/N2 NSCLC.
1.Pless M, Stupp R, Ris
H-B et al. Induction chemoradiation in stage IIIA/N2 non-small-cell lung
cancer: a phase 3 randomised trial. Lancet 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)