Ruxolitinib
is een remmer van Janus kinase 1 en 2. In een fase 2-studie is klinisch profijt
gezien van ruxolitinib in patiënten met polythemia vera. Dr. Alessandro Vannucchi
(Azienda Ospedaliera, Florence) en collega’s publiceren vandaag in The New England Journal of Medicine een fase 3-studie van de werkzaamheid en veiligheid van ruxolitinib versus
standaardbehandeling voor PV-patiënten met een niet-adequate respons op of
bijwerkingen van hydroxyurea.1
Deelnemers
aan de studie waren flebotomie-afhankelijke patiënten met splenomegalie. De
deelnemers werden gerandomiseerd naar ruxolitinib (n=110) of standaardtherapie
(n=112). Het primaire eindpunt van de studie was hematocrietcontrole tot en met
week 32, en tenminste 35% afname van het volume van de milt tussen aanvang van
de behandeling en week 32.
Dit eindpunt
werd bereikt door 21% van de patiënten in de ruxolitinibgroep versus 1% van de
patiënten in de standaard-therapiegroep (p<0,001). Alleen hematocrietcontrole
werd bereikt door 60% versus 20%. Alleen 35% afname van het volume van de milt
werd gezien in 38% versus 1%. Complete hematologische remissie werd bereikt
door 24% versus 9% (p=0,003). Tenminste 50% reductie van de symptoomscore tussen
aanvang en week 32 werd gezien in 49% versus 5%. Bijwerkingen van ruxolitinib
waren graad 3 of 4 anemie (2%), graad 3 of 4 trombocytopenie (5%), en graad 2 herpes-zosterinfectie
(6%). Tromobëmbolische gebeurtenissen werden gezien in één patiënten in de
ruxolitinibgroep en zes patiënten in de standaard-therapiegroep.
De
onderzoekers concluderen dat in deze patiëntengroep ruxolitinib superieur is
aan standaardtherapie.
1.Vannucchi AM, Kiladjian JJ, Griesshammer M et
al. Ruxolitinib versus standard therapy for the treatment of polycythemia vera.
N Engl J Med 2015;372;426-435
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)