
De onderzoekers zagen overall 75% HPV-positiviteit, voor verschillende histologische subtypes uiteenlopend van 33 tot 100%. HPV-positiviteit werd niet gezien in tumorcellen van minimal deviation of sereus CADC, en minder dan 10 procent van heldercellig en endometrioïd CADC. Enkel HPV-genotype werd gezien in 60% van gebruikelijk CADC en 78% van adenosquameus CADC. In sommige gevallen werd HPV wel gezien in het cervixweefsel maar niet in de tumor. Negentig procent van het HPV in de tumorcellen was HPV16, 18 of 45. Patiënten met HPV-positieve tumoren waren gemiddeld zes jaar jonger en hadden bij presentatie lager klinisch-pathologisch stadium dan patiënten met HPV-negatieve tumoren.
De onderzoekers concluderen dat de relatie tussen HPV en CADC gecompliceerd is. Specifieke histopathologische tumor-subtypen kunnen tot ontwikkeling komen via verschillende cellulaire en moleculaire routes. Twintig tot veertig procent van de gebruikelijke en adenosquameuze types, met name in oudere vrouwen en met gevorderd FIGO-stadium, worden niet gedreven door HPV.
1.Molijn A, Jenkins D, Chen W et al. The complex relationship between human papillomavirus and cervical adenocarcinoma. Int J Cancer 2015; epub ahead of print