
De meest-gerapporteerde graad 3 en 4 bijwerkingen tijdens inductiechemotherapie waren febriele neutropenie (11%) en mucositis (9%); tijdens CRT voor beide armen tezamen mucositis (49%), dermatitis (21%) en leukopenie (18%). Ernstige bijwerkingen waren meer frequent in de inductiechemotherapie plus CRT-arm dan in de CRT-arm (47% versus 28%; p=0,002). Tijdens de follow-up van 30 maanden waren er geen statistisch significante verschillen in OS, RFS of DFFS.
De onderzoekers concluderen dat toevoegen van inductiechemotherapie aan CRT niet leidde tot verbetering van de uitkomst. Ze wijzen er wel op dat de studie underpowered was omdat het beoogde aantal van 400 deelnemers niet gerealiseerd werd.
1. Cohen EEW, Karrison TG, Kocherginsky M et al. Phase III randomized trial of induction chemotherapy in patients with N2 or N3 locally advanced head and neck cancer. J Clin Oncol 2014;epub ahead of print