Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Generaliseerbaarheid van uitkomsten van NSABP-B24 op bevolkingsniveau

(0)2015-06-10 13:46   ( Nieuws )

Dr. Scott TyldesleyIn 1999 werd in de NSABP-B24 aangetoond dat tamoxifen het recidiefrisico verlaagde in vrouwen met DCIS die borstsparende chirurgie en radiotherapie kregen. In 2002 werd in Allred’s subgroepanalyse gezien dat tamoxifen hoofdzakelijk werkzaam was in ER-positieve ziekte. Dr. Scott Tyldesley (BC Cancer Agency, Vancouver) en collega’s hebben onderzocht of deze uitkomsten generaliseerbaar zijn op bevolkingsniveau. De uitkomsten van deze studie worden vandaag online gepubliceerd in Annals of Oncology.1

De onderzoekers inventariseerden de behandelingen en uitkomsten van vrouwen met DCIS die tussen 1989 en 2009 in British Columbia borstparende chirurgie plus radiotherapie kregen. Ze onderscheidden twee cohorten: 417 patiënten in de pre-NSABP 24-periode, tot en met 1998, en 1548 patiënten in de periode vanaf 2000. Dit laatste cohort werd nader onderverdeeld in patiënten die werden behandeld voor en na de Allred-publicatie.



Twintig procent van de patiënten kreeg endocriene therapie. De mediane leeftijd van de patiënten die endocriene therapie kregen was 53 jaar; de mediane leeftijd van de patiënten die geen endocriene therapie kregen was 57 jaar (p<0,0005).

In het pre-NSABP 24-cohort kreeg één patiënt (0,2%) endocriene therapie, in het post-NSABP 24-cohort 399 patiënten (26%). Van de patiënten die endocriene therapie kregen in de post-Allred periode (n=227) had 65% ER-positieve tumoren, 1% ER-negatieve tumoren, en 33% ER-onbekende tumoren. Van de patiënten die geen endocriene therapie kregen (n=801) waren de tumoren ER-positief in 43%, ER-negatief in 15%, en ER-onbekend in 42%. In multivariate analyse van de uitkomsten in het post-NSABP 24-tijdperk was endocriene therapie geassocieerd met verbeterde gebeurtenisvrije overleving (HR 0,6; p=0,02); de vijf-jaars gebeurtenisvrije overleving was 96,6% met endocriene therapie versus 94,5% zonder endocriene therapie.

De onderzoekers concluderen dat het gebruik van endocriene therapie in DCIS-patiënten die borstsparende chirurgie plus radiotherapie kregen significant toenam na de NSABP-B24 studie. ER-positieve ziekte en jongere leeftijd waren geassocieerd met toegenomen gebruik van endocriene therapie. Endocriene therapie was geassocieerd met verbeterde gebeurtenisvrije overleving, hetgeen de generalizeerbaarheid van de NSABP-24 uitkomsten op bevolkingsniveau bevestigt.

1.Lo AC, Truong PT, Wai ES et al. Population-based analysis of the impact and generalizability of the NSABP-B24 study on endocrine therapy for patients with ductal carcinoma in situ of the breast. Ann Onolc 2015; epub ahead of print

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren