Vandaag
begint in Wenen het European Cancer
Congress 2015. Morgen zal dr. Lucy Yates (Wellcome Trust Sanger Institute,
Cambridge UK) daar spreken over The
driver landscape of breast cancer metastasis and relapse.1 In ongeveer
20% van de patiënten met primair mammacarcinoom wordt na verloop van tijd
metastase gezien. De huidige kennis van drijvers van mamacarcinoom is vrijwel
volledig gebaseerd op datasets die zijn verkregen van primair mammacarcinoom.
Het is niet bekend hoe representatief deze gegevens zijn voor carcinomen die
metastaseren. Yates en collega’s hebben in carcinomen van 1000 patiënten
somatische mutaties geïdentificeerd in 365 genen waarvan bekend is dat ze
betrokken zijn bij de carcinogenese. Voor 161 patiënten waren de monsters
afkomstig van recidieven of distante metastasen. Ze vergeleken de uitkomsten
met eerder gepubliceerde mutaties van 839 primaire gelokaliseerde
mammacarcinomen. Er waren meerdere monsters beschikbaar voor 66 patiënten, en ook
een monster van de primaire tumor voor 21 patiënten.
Drijver-mutaties
die laat in de ontwikkeling ontstaan werden gezien in een groter aantal
drijver-genen dan mutaties die vroeg optreden. Onder de bekende
tumorsuppressorgenen waren TP53 en ARID1A het sterkst geassocieerd met recidief
en metastase in ER-positieve ziekte. Aberraties in de PI3k-AKT-route waren
frequent in zowel ER-positieve (57%) en verrassend ook in triple-negatieve
(37%) carcinomen bij recidief, maar weinig frequent in triple-negatieve
primaire tumoren. Mutaties in de oestrogeen-signaal genen FOX1A en ESR1, maar
niet GATA3, waren verrijkt bij recidief en metastase.
De
onderzoekers concluderen dat er duidelijke verschillen zijn binnen de driver landscapes van recidiverende
carcinomen. Dit is waarschijnlijk een reflectie van een combinatie van
predispositie voor recidief en van verschillen in mutaties die worden verkregen
tijdens de recidief- en metastasefase. Een beter begrip van deze verschillen
kan bijdragen aan het identificeren van hoog-risicogroepen en kan van belang
zijn voor toepassing van targeted
therapies in de gevorderde setting.
1.Yates L et al. ECC
2015,abstr. 1804
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)