In
grootschalige epidemiologische studies is een recente toename gezien van de
incidentie van colorectaalcarcinoom in patiënten jonger dan vijftig jaar.
Hoewel erfelijke syndromen een rol spelen is de meerderheid van de early onset (EO) CRC-gevallen sporadisch.
Dr. Andrea Cercek (Memorial Sloan Kettering Cancer Center) en collega’s hebben onderzocht
of er genomische verschillen zijn tussen EOCRC en average onset (AO) CRC. Cercek presenteert de uitkomsten van de
studie vandaag op het European Cancer Congress
2015.1
De
onderzoekers bepaalden mutatieprofielen, genexpressie en DNA-methylering in tumoren
en gematcht normaal weefsel van 346 CRC-patiënten van Sloan Kettering en 200
patiënten uit The Cancer Genome Atlas.
Van de patiënten waren 126 vijftig jaar of jonger, en 368 ouder dan vijftig
jaar. Patiënten met microsatelliet-instabiliteit of hypergemuteerde tumoren (n=52)
werden uit de analyse geëxcludeerd. Voor verschillende genen waarvan bekend is
dat ze betrokken zijn bij de carcinogenese werden in de tumoren verschillen in de
mutatiefrequentie gezien tussen de twee leeftijdsgroepen (ATRX, DIS3, RAD52, en SMO).
In de EOCRC-groep werd statistisch significante ondermethylering gezien in 154
genen in de tumoren. De methylering van deze genen nam met toenemende leeftijd van
de deelnemers sneller toe dan in gematcht normaal weefsel van de deelnemers
werd gezien (p= 0,01).
De
onderzoekers concluderen dat er verschillen zijn tussen EOCRC en AOCRC in
mutatieprofielen van somatische genen en in DNA-methylering. Het ophelderen van
unieke kenmerken van EOCRC kan bijdragen aan de ontwikkeling van meer
effectieve therapeutische strategieën voor deze populatie.
1.Cercek A et al. ECC
2015; abstr. 2189
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)