Prof.
Vivianne Tjan-Heijnen (Maastricht UMC) en collega’s hebben een studie
uitgevoerd van de initiële systemische behandelingen en uitkomsten van
HR-positief metastatisch mammacarcinoom in Nederland. De studie is online gepubliceerd in Annals
of Oncology.1 De onderzoekers identificeerden alle 815
achtereenvolgende patiënten die in 2007-2009 gediagnostiseerd werden met met MBC
in acht deelnemende ziekenhuizen.
Van de 520
patiënten met HR+/HER2- MBC kregen er 482 palliatieve systemische therapie. Er
waren 116 patiënten (22,3%) die initiële chemotherapie kregen; deze patiënten
waren significant jonger, hadden minder comorbiditeit, hadden meer eerdere
adjuvante systemische therapie gehad, en hadden minder frequent alleen botmetastasen
vergeleken met de 366 patiënten die initiële endocriene therapie kregen. De
mediane progressievrije overleving was 5,3 maanden (95%-bti 4,2-6,2 maanden) voor
de patiënten met initiële palliatieve chemotherapie en 13,3 maanden voor de
patiënten met initiële endocriene therapie. De mediane overall survival was 16,1 maanden voor de patiënten met initiële
chemotherapie en 36,9 maanden voor de patiënten met initiële endocriene
therapie. Ook na correctie voor prognostische factoren was initiële
chemotherapie geassocieerd met slechtere PFS en OS dan initiële endocriene
therapie.
De
onderzoekers concluderen dat een hoog percentage van de patiënten met HR+
ziekte initiële palliatieve chemotherapie kreeg, die geassocieerd was met
slechtere uitkomsten dan initiële endocriene therapie.
1.Lobbezoo DJA, van Kampen RJW, Voogd AC et al. In
real life, one-quarter of patients with hormone receptor positive metastatic
breast cancer receive chemotherapy as initial palliative therapy. A study of
the Southeast Netherlands Breast Cancer Consortium. Ann Oncol 2015; epub ahead
of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)