
De deelneemsters (n=3074; 97% van de TEACH-deelneemsters) beantwoordden de Short Form 36-item health survey version 2 (SF36) bij aanvang van de behandeling, na zes en twaalf maanden, en zes maanden nadat de behandeling afgelopen was. Gedurende de twaalf maanden behandeling namen de SF36-scores in beide armen af, maar bereikten niet de vooraf gedefinieerde Mininally Clinically Important Difference (afname van vijf punten), ondanks significante incidenties van diarree en rash in de lapatinib-arm. Wat betreft de deelscores hadden de vrouwen in de lapatinib-arm meer significante afnames (p<0,01 versus placebo) in sociaal functioneren. Vroege discontinuering van de behandeling was meer frequent in de lapatinib-arm (32%) dan in de placebo-arm (18%). Vroege discontinuering was in beide armen geassocieerd met meer substantiële afname van de HRQoL. In deelneemsters die de behandeling discontinueerden werd de Minimally Clinicaly Important Difference alleen bereikt in de deelscore voor Mental Summary. Een lagere HRQoL bij aanvang van de behandeling was een significante voorspeller van verslechtering van de HRQoL (p<0,05).
De onderzoekers concluderen dat ondanks frequente maar gewoonlijk milde toxiciteiten adjuvant lapatinib niet geassocieerd is met klinisch significante afname in gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven.
1.Boyle FM, Smith IE, O’Shaughnessy J et al. Health related quality of life of women in TEACH, a randomised placebo controlled adjuvant trial of lapatinib in early stage human epidermal growth factor receptor (HER2) overexpressing breast cancer. Eur J Cancer 2015; epub ahead of print