Adjuvante
radio- en chemotherapie voor mammacarcinoom zijn geïmpliceerd in TIAs en
beroerte. Tot op heden is er geen onderzoek uitgevoerd naar de relatie tussen
deze adjuvante behandelingen en subklinische schade aan kleine hersenvaten in
overlevers van mammacarcinoom, schrijven dr. Sanne Schagen en collega’s online in
het Journal of Clinical Oncology.1
In de publicatie presenteren ze een studie van het volume van wittestoflesie (WML) en de prevalentie van
herseninfarcten en cerebrale microbloedingen (CMBs) in lange-termijn overlevers
van mammacarcinoom die adjuvante radio- en chemotherapie hebben gekregen.
Deelneemsters
aan de studie waren 187 overlevers (die gemiddeld twintig jaar tevoren
behandeld waren voor primair mammacarcinoom) en 374 leeftijds-gematchte
vrouwen. Met multimodale MRI zagen de onderzoekers in de overlevers een hogere
prevalentie van totaal CMBs en van CMBs in een diep/infratentoriële regio dan
in de controlepersonen. Er waren tussen beide groepen geen verschillen in
prevalentie van infarcten of WML-volume. Relatieve blootstelling van de carotis-slagader
aan straling was niet geassocieerd met WML-volume of CMBs.
De
onderzoekers concluderen dat chemoradiotherapie voor mammacarcinoom een
risicofactor is voor lange-termijn CMBs. Deze vasculaire lesies duiden mogelijk
op cerebrovasculaire fragiliteit die ten dele de associatie tussen chemotherapie
en cognitieve disfunctie kan verklaren.
1.Koppelmans V, Vernooij MW, Boogerd W et al.
Prevalence of cerebral small-vessel disease in long-term breast cancer
survivors exposed to both adjuvant radiotherapy and chemotherapy. J Clin Oncol
2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)