DNA-methyltransferase
3A (DNMT3A) is een van de vaak gemuteerde genen in AML. Resultaten van
onderzoeken van de prognostische betekenis van DNMT3A-mutaties zijn
inconsistent, en de meeste studies op dit terrein zijn uitgevoerd in patiënten
jonger dan zestig jaar, schrijven dr. Martin Carroll (University of
Pennsylvania in Philadelphia) en collega’s vandaag online in Clinical Cancer Research.1 In
de publicatie presenteren ze een onderzoek van de hypothese dat de inconsistentie
samenhangt met een interactie tussen de anthracyclinedosering tijdens
inductietherapie en de DNMT3A-mutatiestatus.
De
onderzoekers voerden een retrospectieve studie in een cohort van 152 patiënten (mediane
leeftijd 54 jaar) met de novo AML die
inductietherapie kregen. Met next-generation
sequencing werd aanwezigheid van mutaties bepaald in genen die gewoonlijk
gemuteerd zijn in hematologische maligniteiten, waaronder DNMT3A, FLT3-ITD,
NPM1, en IDH1/2. Aanwezigheid van DNMT3A-mutaties, in 32% van de patiënten, was
niet geassocieerd met slechtere overleving. Dosisescalatie van anthracycline in
het inductieregime was geassocieerd met betere overleving in de patiënten met
DNMT3A-mutaties, maar niet in de patiënten met wildtype DNMT3A. Patiënten met
DNMT3A-mutaties die standaard-dosering inductie kregen hadden een slechtere
overleving dan andere patiëntengroepen (10,1 maanden versus 19,8 maanden; p=0,0129).
De
onderzoekers concluderen dat patiënten met DNMT3A-gemuteerd AML een inferieure
overleving hebben als ze met standaard-dosering anthracycline inductie worden
behandeld. Voor deze groep dient hoge-dosering inductietherapie overwogen te
worden.
1.Sehgal AR, Gimotty PA, Zhao J et al. DNMT3A
mutational status affects the results of dose-escalated induction therapy in
acute myelogenous leukemia. Clin Cancer Res 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)