
De onderzoekers voerden een retrospectieve studie in een cohort van 152 patiënten (mediane leeftijd 54 jaar) met de novo AML die inductietherapie kregen. Met next-generation sequencing werd aanwezigheid van mutaties bepaald in genen die gewoonlijk gemuteerd zijn in hematologische maligniteiten, waaronder DNMT3A, FLT3-ITD, NPM1, en IDH1/2. Aanwezigheid van DNMT3A-mutaties, in 32% van de patiënten, was niet geassocieerd met slechtere overleving. Dosisescalatie van anthracycline in het inductieregime was geassocieerd met betere overleving in de patiënten met DNMT3A-mutaties, maar niet in de patiënten met wildtype DNMT3A. Patiënten met DNMT3A-mutaties die standaard-dosering inductie kregen hadden een slechtere overleving dan andere patiëntengroepen (10,1 maanden versus 19,8 maanden; p=0,0129).
De onderzoekers concluderen dat patiënten met DNMT3A-gemuteerd AML een inferieure overleving hebben als ze met standaard-dosering anthracycline inductie worden behandeld. Voor deze groep dient hoge-dosering inductietherapie overwogen te worden.
1.Sehgal AR, Gimotty PA, Zhao J et al. DNMT3A mutational status affects the results of dose-escalated induction therapy in acute myelogenous leukemia. Clin Cancer Res 2015; epub ahead of print