Bleomycine
en vincristine kunnen aanzienlijke toxiciteit veroorzaken. Discontinuering van
de middelen is frequent vereist. Dr. Bastian von Tresckow (Universiteit Keulen)
en zijn collega’s van de German Hodgkin
Study Group hebben een analyse uitgevoerd van de impact van discontinuering
van bleomycine en vincristine op de uitkomst van de behandeling van patiënten
met gevorderd Hodgkin lymfoom. De analyse is online gepubliceerd in het Journal
of Clinical Oncology.1
De analyses
zijn gebaseerd op uitkomsten van 3309 gevorderd HL-patiënten die werden
behandeld met BEACOPP (bleomycine, etoposide, adriamycine, cyclofosfamide,
vincristine, procarbazine en prednison). Bleomycine werd gediscontinueerd in
17,6% van de patiënten, en vincristine in 32,6%. Er waren 157 patiënten (4,7%)
die vier of minder cycli bleomycine kregen en 218 patiënten (6,6%) die drie of
minder cycli vincristine kregen. Von Tresckow en collega’s vergeleken uitkomsten
van deze patiënten met de uitkomsten van patiënten die meer dan vier
respectievelijk drie cycli bleommycine of vincristine kregen. Na follow-up van
mediaan 59 maanden voor progressievrije overleving en 67 maanden voor overall survival waren er geen statistisch
significante verschillen in PFS of OS tussen de groepen.
De
onderzoekers concluderen dat discontinuering vanwege bijwerkingen van
bleomycine of vincristine geen ongunstige impact heeft op de uitkomsten van de
behandeling van patiënten met gevorderd Hodgkin lymfoom.
1.Haverkamp H, Böll B, Eichenauer DA et al. Impact
of bleomycin and vincristine dose reductions in patients with advanced Hodgkin
lymphoma treated with BEACOPP: An analysis of the German Hodgkin Study Group
HD12 and HD15 trials. J Clin Oncol 2015; epub ahead or print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)