
De borstkankerspecifieke overleving was slechter voor homozygoot dragers van de rs1057910-variant C-allel in CYP2C9 (HR 30,4; p<0,001) en voor patiënten met een hoger leukocytengetal (HR 1,2; p=0,014). De borstkankerspecifiek overleving was beter voor dragers van het GT-genotype van de ABCB1 variant rs2032582 (HR 0,5; p=0,021).
Het recidiefvrij interval was slechter bij een hoger leukocytengetal (HR 1,1; p=0,026), homozygoot dragers van de rs1057910-variant C-allel in CYP2C9 (HR10,9; p=0,002), dragers van het CT-genotype van de CYBA variant rs4673 (HR 1,8; p=0,006), en G-allel homozygotie voor de UGT2B7 variant rs3924194 (HR 3,4; p=0,023).
1.Vulsteke C, Pfeil AM, Schwenkglenks M et al. Impact of genetic variability and treatment-related factors on outcome in early breast cancer patients receiving (neo-)adjuvant chemotherapy with 5-fluorouracil, epirubicin and cyclophosphamide, and docetaxel. Breast Cancer Res Treat 2014;epub ahead of print