
In het model is aangenomen dat 11% van de bevolking een CRC-familiegeschiedenis heeft (tenminste één eerstegraads verwant met CRC). Ook is aangenomen dat de deelname aan de screening, die voor invoering van het programma in Ontario in 2008 op 30% lag, zou toenemen tot 60%. De programma’s in het model boden screening aan tussen de leeftijd van 50 en 74 jaar, iedere twee jaar voor gFOBT, en iedere tien jaar voor coloscopie. Vergeleken met opportunistische screening met een constant gehouden deelname van 30% resulteerde het reguliere gFOBT-programma tot 2038 in het voorkomen van 6700 extra CRC-overlijdens bij 570.000 extra coloscopieën. Het familiegeschiedenis-gebaseerde programma resulteerde in het voorkomen van 9300 extra CRC-overlijdens (+40%) bij 1.100.000 extra coloscopieën (+93%).
Als de tweejaarlijkse gFOBT zou worden vervangen dooe een tweejaarlijkse fecale immunochemische test (FIT), jaarlijkse Hemoccult Sensa of vijfjaarlijkse sigmoïdoscopiescreening, dan zouden zowel het extra profijt als de extra coloscopieën afnemen. Een tweejaarlijks gFOBT-screeningsprogramma dat personen met een CRC-familiegeschiedenis identificeert en adviseert coloscopiescreening te ondergaan zou 40% extra overlijdens voorkomen en 93% meer coloscopieën vereisen, in vergelijking met een regulier gFOBT screeningsprogramma.
1.Goede SL, Rabeneck L, Lansdorp-Vogelaar I et al. The impact of stratifying by family history in colorectal cancer screening programs. Int J Cancer 2015; epub ahead of print