
De incidentie in mannen nam licht af van 1,2 per 100.000 persoonsjaren in de periode 1989-2000 tot 0,9 per 100.000 persoonsjaren in 2001-2012. De incidentie in vrouwen bleef stabiel op 0,7 per 100.000 persoonsjaren in beide perioden. De incidentie was leeftijdsafhankelijk, en het hoogst in mannen in de laatste levensdecennia. De behandeling voor het jaar 2000 bestond voornamelijk uit chemotherapie, terwijl na 2007 het gebruik van tyrosinekinaseremmers 88% van de behandelingen uitmaakte. De vijf-jaars relatieve overleving (ten opzichte van de algemene populatie) bedroeg 36% voor de introductie van de TKIs, en nam na de introductie van TKIs toe tot 79%.
1.Thielen N, Visser O, Ossenkoppele G, Janssen J. Chronic myeloid leukaemia in The Netherlands: a population-based study on incidence, treatment and survival in 3,585 patients from 1989-2012. Eur J Haematol 2015; epub ahead of print