Prof. James
Wittliff (University of Lousiville KY) en collega’s hebben een studie
uitgevoerd van de interactie tussen rookstatus en genexpressie in het
beïnvloeden van het recidiefrisico en de overall
survival van patiënten met mammacarcinoom. De uitkomsten van de studie worden vandaag online gepubliceerd in Breast Cancer Research and Treatment.1
Deelneemsters aan de studie waren 48 patiënten die sigaretten rookten en
vijftig patiënten die niet rookten.
Onder de
rooksters was de expressie van CENPN,
CETN1, CYP1A1, IRF2, LECT2 en NCOA1
geassocieerd met zowel het risico van recidief als mortaliteit. Daarnaast was
expressie van COMT geassocieerd met
recidief, en NAT1 en RIPK1 met mortaliteit. Onder de
niet-rooksters was alleen de expressie van IRF2,
CETN1, en CYP1A1 geassocieerd met
recidief en mortaliteit, en expressie van NAT2
met mortaliteit. Signaturen bestaande uit zeven of acht genen waren zeer
voorspellend voor overall survival
(mediane C-index 0,8) en recidief (0,73) onder rooksters, en veel minder voorspellend
onder niet-rooksters.
De
onderzoekers concluderen dat significante interacties tussen rookstatus en
genexpressie van invloed zijn op uitkomsten in mammacarcinoom.
1.Andres SA, Bickett KE, Alatoum MA et al.
Interaction between smoking history and gene expression levels impacts survival
of breast cancer patients. Breast Cancer Res Treat 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)