Veneuze trombo-embolie wordt frequent gezien in patiënten met hersenmetastasen. Er zijn slechts beperkte aanwijzingen voor de veiligheid van therapeutische anticoagulatie in deze patiënten, schrijven dr. Jeffrey Zwicker (Harvard Medical School, Boston) en collega’s vandaag online in Blood.¹ In de publicatie presenteren ze uitkomsten van een retrospectieve cohortstudie van 293 patiënten met hersenmetastasen, van wie er 104 werden behandeld met enoxaparine. Intracraniële bloedingen werden op basis van geblindeerde beoordelingen van radiografische imaging gecategoriseerd als trace, measurable of significant.

Na één jaar waren er geen verschillen tussen het enoxaparinecohort en het controlecohort in het cumulatieve optreden van measurable bloedingen (19% versus 21%; p=0,97), significant bloedingen (21% versus 22%; p=0,87), en alle bloedingen tezamen (44% versus 37%; p=0,13). Het risico van intracraniële bloeding was viermaal hoger in patiënten met melanoom of niercelcarcinoom dan in patiënten met longcarcinoom (HR 3,98; p<0,001), maar het risico werd niet beïnvloed door enoxaparinebehandeling. De overall survival was niet verschillend tussen beide cohorten: mediaan 8,7 maanden in het enoxaparinecohort versus 9,4 maanden in het controlecohort (p=0,65).

De onderzoekers concluderen dat intracraniële bloeding frequent wordt gezien in patiënten met hersenmetastasen, maar dat therapeutische anticoagulatie het risico van intracraniële bloeding niet doet toenemen.

1.Donato J, Campigotto F, Uhlmann EJ et al. Intracranial hemorrhage in patients with brain metastases treated with therapeutic enoxaparin: a matched cohort study. Blood 2015; epub ahead of print