
De onderzoekers hebben uit de Cancer Genome Atlas klinische en WES-gegevens verkregen van 305 HNSCC-patiënten van veertien instituten. De mediane tijd tot overlijden voor 131 overleden patiënten was 14 maanden; de mediane follow-up van levende patiënten bedroeg 22 maanden. Uit de WES-gegevens berekenden de onderzoekers tumor MATH-waarden. Ondanks de variatie in tumor subsites in hoof en hals, en ondanks de variatie in behandelingen, zagen de onderzoekers in deze retrospectieve analyse een substantiële relatie tussen hoge MATH-waarden en verminderde overall survival: HR voor hoge versus lage heterogeniteit 2,2; 95%-bti 1,4-3,3).
Deze relatie was niet te verklaren uit de associatie van intratumorale heterogeneteit met andere klinische en moleculaire karakteristieken, waaronder leeftijd, HPV-status, tumorgraad en TP53 mutatie, en N-klassering. MATH verbeterde de prognosticatie boven schatting op basis van traditionele factoren, bleef in multivariate analyses significant geassocieerd met overleving, en onderscheidde uitkomsten in patiënten met mondholte- of larynxcarcinoom zelfs nadat rekening was gehouden met standaard ziektestadiëring.
De onderzoekers stellen dat de bruikbaarheid van MATH nog dient te worden bevestigd in prospectieve studies alvorens te worden toegepast in klinische studies of de praktijk.
1.Mroz EA, Tward AM, Hammon RJ et al. Intra-tumor genetic heterogeneity and mortality in head and neck cancer: Analysis of data from the Cancer Genome Atlas. PLOS Med 2015;1001786