Het is
bekend dat patiënten met ER-positief mammacarcinoom na behandeling met
tamoxifen een verhoogd risico hebben van endometriumcarcinoom. Of patiënten met
ER-negatief mammacarcinoom ook een verhoogd risico van endometriumcarcinoom
hebben is onduidelijk. Dr. Lisa Jacobs (Johns Hopkins University, Baltimore) en
collega’s hebben onderzocht wat het risico van endometriumcarcinoom is in
overlevers van mammacarcinoom met verschillende ER- en PR-status. De uitkomsten van de studie worden vandaag online gepubliceerd in Breast Cancer Research and Treatment.1
De
onderzoekers hebben een analyse gemaakt van gegevens uit de SEER-database
(1992-2009). Onder 289.933 overlevers van mammacarcinoom werden 2044 patiënten
met volgend primair endometriumcarcinoom gevonden. Vergeleken met de algemene
bevolking was het risico van endometriumcarcinoom verhoogd in overlevers van alle
vier subtypen mammacarcinoom (ER+PR+, ER+PR-,ER-PR+, ER-PR-). De standardized incidence ratio van endometriumcarcinoom
was verhoogd in alle latentieperioden met uitzondering van de periode 6-11
maanden na de diagnose mammacarcinoom. De SIRs waren verhoogd in alle
leeftijdsgroepen bij diagnose mammacarcinoom na de leeftijd van veertig jaar.
De
onderzoekers stellen dat verlaging van de drempel voor routinematige screening
op endometriumcarcinoom in overlevers van mammacarcinoom gerechtvaardigd zou
kunnen zijn.
1.Liu J, Jiang W, Mao K et al. Elevated risks of
subsequent endometrial cancer development among breast cancer survivors with
different hormone receptor status: a SEER analysis. Breast Cancer Res Treat
2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)